Eetstoornissen

Eetstoornissen; ze zijn er in alle soorten en maten.

Ik denk dat Anorexia Nervosa één van de meest bekende eetstoornissen is. Gek eigenlijk, want ik ben van mening dat mensen eigenlijk helemaal geen idee hebben wat Anorexia eigenlijk inhoudt. Vraag jezelf eens af: ‘waar denk ik aan bij het woord Anorexia?’

 

Ik weet vrijwel zeker dat de gedachten gelijk uitgaan naar hele magere meisjes, meisjes die leven op een appel per dag, misschien zelfs meisjes die het eten uitbraken en wellicht nog een aantal andere dingen.

Ik kan je vertellen; dit is niet hoe het is! Natuurlijk, er zijn jongens en meiden die er fysiek ernstig aan toe zijn, die inderdaad graatmager zijn; maar neem van mij aan; dit percentage is zo klein! Je hebt geen idee. Ik heb in de afgelopen tien jaar zoveel mensen ontmoet met een eetstoornis, met Anorexia. Er zijn maar een X aantal die er zo ernstig aan toe waren. Het beeld wat mensen hebben bij mensen met Anorexia, is een beeld wat door de media gecreëerd is. Het komt niet alleen voor bij meisjes/vrouwen, ook jongens/mannen kunnen een eetstoornis ontwikkelen.

 

Dit is wat de deskundigen vertellen over eetstoornissen:
Eetstoornissen zijn psychische aandoeningen met vaak ernstige somatische gevolgen zoals verlaagde bloeddruk, hartritmestoornissen, afwijkende bloedwaarden voor suiker of elektrolyten (bijvoorbeeld kaliumtekort). Het hoofdstuk Voedings- en Eetstoornissen in de DSM-5 beschrijft de verschillende typen eetstoornissen en de diagnostische criteria. Kern van de psychopathologie is de focus op gewicht, eten en het lichaamsbeeld.

Onderdiagnostiek en onderbehandeling van eetstoornissen komen geregeld voor omdat een eetstoornis niet altijd wordt opgemerkt door zorgprofessionals of omdat patiënten soms niet verwezen (willen) worden naar de geestelijke gezondheidszorg. Bij jeugdigen speelt mogelijk ook mee dat ouders onvoldoende op de hoogte zijn van de kenmerken van een eetstoornis of bijvoorbeeld zelf problemen hebben met eten
www.ggzstandaarden.nl

 

Anorexia

Kenmerkend voor anorexia nervosa (AN) is een laag lichaamsgewicht en verstoord lichaamsbeeld. Patiënten vinden en voelen zich vaak dik terwijl ze heel mager zijn. Zij zijn bang voor gewichtstoename en/of vertonen gedrag dat gewichtstoename voorkomt, bijvoorbeeld dwangmatig bewegen of laxeermiddelen gebruiken. Volgens de DSM-5 wordt de ernst van de stoornis bepaald door de actuele BMI (body mass index) bij volwassenen en het BMI-percentiel voor kinderen en adolescenten. Voor volwassenen geldt: een BMI gelijk aan of hoger dan 17 en onder 18,5 is qua ernst licht; een BMI lager dan 15 is zeer ernstig.

www.naeweb.nl

 

Boulimia

Kenmerkend voor boulimia nervosa (BN) zijn regelmatig voorkomende eetbuien en inadequaat compensatiegedrag (bijvoorbeeld zelfopgewekt braken, laxeermiddelen gebruiken, excessief bewegen), beide gemiddeld minstens 1 keer per week, 3 maanden lang. Een eetbui is het eten in korte tijd van een grote hoeveelheid voedsel – significant groter dan andere mensen onder vergelijkbare omstandigheden zouden eten – waarbij controleverlies wordt ervaren door de betrokkene. Patiënten met boulimia nervosa hebben net als mensen met anorexia nervosa een verstoord lichaamsbeeld, maar hun gewicht is meestal normaal. Boulimia nervosa is daarom vaak niet aan de buitenkant te zien. De ernst van de stoornis wordt volgens de DSM-5 bepaald door de frequentie van het inadequate compensatiegedrag. Een gemiddelde frequentie van 1-3 keer inadequaat compensatiegedrag per week is qua ernst licht; 14 keer of meer per week is zeer ernstig.

www.naeweb.nl

 

Eetbuistoornis

Kenmerkend voor eetbuistoornis (BED) zijn regelmatige eetbuien, gemiddeld minstens 1 keer per week, 3 maanden lang. Een belangrijk verschil met boulimia nervosa is dat patiënten met een eetbuistoornis eetbuien hebben zonder het inadequate compensatoire gedrag. Als gevolg daarvan hebben zij vaker overgewicht. Er dienen tenminste 3 van 5 psychologische criteria aanwezig te zijn om de diagnose te kunnen stellen zie ook Diagnostiek. De ernst van de stoornis wordt volgens de DSM-5 bepaald door de frequentie van de eetbuien. Een gemiddelde frequentie van 1 tot 3 eetbuien per week is qua ernst licht; 14 of meer keer per week is zeer ernstig.

www.naeweb.nl

 

Vermijdende/restrictieve voedselinname stoornis (ARFID)

Kenmerkend voor vermijdende/restrictieve voedselinname stoornis (ARFID)is dat de patiënt te weinig binnenkrijgt. Patiënten met ARFID hebben selectief en/of restrictief eetgedrag. Selectief eetgedrag is een hardnekkig patroon van specifieke voedselvoorkeuren, vanwege smaak, sensorische kenmerken of vanwege slikangst. Restrictief eetgedrag betekent dat zij in principe een normale range van producten eten, maar dat hiervan te weinig wordt ingenomen door bijvoorbeeld gebrek aan interesse of plezier dat aan eten wordt beleefd. Dat de patiënt te weinig binnenkrijgt blijkt onder andere uit gewichtsverlies of onvoldoende gewichtstoename tijdens de groei, voedingsdeficiëntie of afhankelijkheid van sondevoeding of voedingssupplementen. Dit leidt vervolgens tot een verstoring van het psychosociaal functioneren. De somatische problematiek lijkt op die van anorexia nervosa, echter er is geen sprake van een verstoord lichaamsbeeld of angst voor gewichtstoename.

www.naeweb.nl